10-12-2008

Sociaal Plan Bureau - Rapportage sport 2008

· Het aandeel sporters in de Nederlandse bevolking is gestegen van 61% in 2003 naar 65% in 2007. Die stijging is groter dan verwacht.· Fitness is, na zwemmen en fietsen, de sport die door de meeste mensen wordt beoefend. Hardlopen is opgeklommen naar de vierde plaats.· De trend dat steeds minder sporters lid worden van sportverenigingen zet door. Anno 2007 is 47% van de sporters en 34% van de bevolking lid van een sportvereniging (was in 2003 49% resp. 35%).· De rijksuitgaven aan sport zijn tussen 2003 en 2006 gestegen van jaarlijks 72 miljoen naar 118 miljoen, de uitgaven van de totale overheid (gemeente, provincie en rijk) stegen tussen 2003 en 2006 met 14% tot ruim 1 miljard euro. Consumentenbestedingen aan sport daalden van 3,7 miljard in 2003 naar 3,5 miljard euro in 2006.· Topsporters en topcoaches tonen zich meer tevreden over het topsportklimaat en behalen mede daardoor betere prestaties.· Investeren in een actieve leefstijl loont. Onvoldoende bewegen leidt minimaal tot 677 miljoen euro aan medische kosten.Dit zijn de voornaamste conclusies uit de Rapportage sport 2008, die op dinsdag 9 december jl. is aangeboden aan staatssecretaris dr. M. Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De rapportage, onder redactie van dr. Koen Breedveld, dr. Carlijn Kamphuis en drs. Annet Tiessen-Raaphorst, is een coproductie van verschillende onderzoeksinstituten onder leiding van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het W.J.H. Mulier Instituut. In het rapport wordt een beeld geschetst van de belangrijkste cijfermatige ontwikkelingen in de sport: van het aantal zwembaden tot de prestaties van Nederlandse topsporters tijdens de Olympische Spelen, en van de bijdrage van vrijwilligers aan de sport tot de arbeidsmarktkansen van afgestudeerde gymleraren. Eerdere edities van de Rapportage sport verschenen in 2003 en 2006. De Rapportage sport wordt opgesteld in opdracht van het ministerie van VWS.

Deelname aan en bezoek van sportevenementen onderdeel beleveniscultuurIn Nederland doen steeds meer mensen aan sport. In 2007 sportte 65% van de bevolking minimaal twaalf keer per jaar, in 2003 was dit nog 61%. Daar staat tegenover dat steeds minder mensen lid zijn van een sportvereniging: in 2007 bedroeg dit aandeel 47% van de sporters. Deze trend is al sinds het begin van de jaren negentig zichtbaar en zet zich verder voort: mensen kiezen steeds meer voor het individuele en/of ongeorganiseerde sportaanbod. Hierdoor verliest de georganiseerde sport dus marktaandeel. Het aandeel sporters dat deelneemt aan competities en trainingen stabiliseerde wel. (Hardloop)evenementen mochten zich in een stijgende belangstelling verheugen.

Ook het bezoeken van sportwedstrijden als toeschouwer wordt steeds populairder. Het volgen van de sport via radio en televisie lijkt echter wat af te nemen.

Toename van het ‘vrije’ en commerciële sportaanbodHoewel de sportdeelname nog altijd groeit, groeit het aantal accommodaties niet mee. Voor sommige typen accommodaties loopt het aantal zelfs terug, o.a. voor tennishallen. Groei zit vooral in het aantal Cruyff Courts en Krajicek playgrounds (vrije trapveldjes en speelpleinen voor de jeugd) en de commerciële sportorganisaties (maneges, sportscholen, fitnesscentra). Op basis van een professionele, op winst gerichte aanpak bereikt de 2.000 fitnesscentra naar schatting 2 miljoen sporters, tegen 5 miljoen verenigingssporters. Het gemiddelde fitnesscentrum heeft 955 leden en een omzet van 420.000 euro. De omzet die ze daarmee realiseren doet nauwelijks onder voor die van alle sportverenigingen bij elkaar en biedt werkgelegenheid aan drie maal zoveel betaald personeel.

Toename werkgelegenheid in de sportIn 2006 was de werkgelegenheid bij sportorganisaties 25.100 fte (in 2003: 23.300 fte (+8%)). Daarvan was 11.600 fte werkzaam bij fitnesscentra. Circa 1,5 miljoen mensen doen vrijwilligerswerk binnen de sport. Bij 84% van de sportclubs zijn vrijwilligers actief. In totaal wordt er voor 52.000 fte onbetaald werk in de sport verricht.

De sportopleidingen zitten de laatste jaren duidelijk in de lift, met nieuwe opleidingen en een groeiend aantal studenten op zowel mbo, hbo als universiteit. Een minpunt blijft de vaak geringe omvang van functies in de sport. Het poolen van uren op meerdere scholen of een functie als combinatiefunctionaris (werkzaam bij zowel school als sportvereniging) biedt hier mogelijk uitkomst.

Omzet in de sport gestegen tot bijna 3 miljard euroAlle sportorganisaties samen (incl. het commerciële sportaanbod en het betaald voetbal) behaalden in 2006 een gezamenlijke omzet van 2,9 miljard euro (2003: 2,3 miljard). De omzet van de fitnessbranche (840 miljoen in 2007, 630 miljoen in 2003) is daarin meegeteld.

Kijken we alleen naar de baten van de niet-commerciële sportclubs, dan namen die tussen 2003 en 2006 toe tot 1,1 miljard euro (+16%), al is ruim de helft hiervan terug te voeren tot slechts drie takken van sport: amateurvoetbal, tennis en golf. Subsidie en overheidsbijdragen maakten in 2006 11% uit van de inkomsten van sportclubs. Zonder die inkomsten zouden de clubs met een tekort van 80 miljoen euro hebben gedraaid, net als in 2003. De overheidsuitgaven aan sport stegen met 14% naar ruim 1 miljard euro.

Sport blijft een activiteit voor de avonduren en weekenden69% van de sportdeelname vindt plaats in de avonduren en weekenden, voor het bezoek aan sportwedstrijden is dit zelfs 94%. Het arbeidsritme dicteert dat de sport en het verenigingsleven pas na 17.00 uur op gang komen. Dat biedt mogelijkheden om tijdens werk- en schooluren leegstaande accommodaties te benutten, bijvoorbeeld voor de samenwerking tussen onderwijs en sport. Een probleem blijft echter het gebrek aan sportvrijwilligers voor begeleiding van activiteiten op werkdagen.

Beperkte omvang van school-en-sportaanbodOp het snijvlak van onderwijs en sport lopen tegenwoordig meerdere projecten, mede dankzij landelijke impulsen als Buurt-onderwijs-sport. De beperkte omvang en het ad-hockarakter van het school-en-sportaanbod maken echter dat de samenwerking nog weinig bijdraagt aan het creëren van nieuw, aanvullend sportaanbod voor bijvoorbeeld inactieven. Bovendien zien de samenwerkende partijen (bv. scholen en sportverenigingen) zelf niet altijd het nut van de samenwerking in of ervaren zij te veel drempels bij de uitvoering ervan (geen tijd, geen vrijwilligers).

Meer bewegen loontHet beweeggedrag (ook buiten de sport) van de volwassen Nederlanders ontwikkelt zich positief. Het aandeel Nederlanders dat inactief is, is de laatste jaren teruggelopen van 9% naar 5%. Het aandeel Nederlanders dat aan de combinorm voor bewegen voldoet, is gestegen van 52% in 2002 naar bijna 66% in 2006/’07. De jeugd (12-17-jarigen) voldoet echter aanzienlijk minder vaak aan de beweegnormen dan volwassenen.

Een onvoldoende lichamelijk actieve leefstijl heeft invloed op de zorgkosten. Wanneer de kosten van de gezondheidszorg als gevolg van een onvoldoende actieve leefstijl, 907 miljoen euro in 2007, worden afgezet tegen een besparing van 230 miljoen euro door alle sportblessures te voorkomen, dan genereert niet of onvoldoende bewegen minimaal 677 miljoen euro aan zorgkosten per jaar.

Meer investeringen in topsport, top-10 ambitie reëel maar lastigDoordat de investeringen in de topsport na 2000 zijn verhoogd, kunnen meer topsporters voltijd hun sport beoefenen en zijn meer topcoaches in dienst genomen bij sportbonden. Over langere termijn bekeken heeft dit geresulteerd in meer succes. De ambitie om tot de top 10 van de wereld te behoren is nog niet gerealiseerd, maar Nederland zit hier wel dicht tegenaan. Aangezien ook veel andere landen investeren in hun nationale topsport, zal Nederland blijvend moeten investeren in de topsport om de top-10 ambitie op termijn te kunnen realiseren.

De aanbieding van de Rapportage sport 2008 aan staatssecretaris dr. M. Bussemaker van VWS vondt plaats op dinsdagochtend 9 december a.s. van 10.00 tot 11.00 uur in Nieuwspoort.

Volg ons ook op:

Overige nieuws

Je bent hier:

Opleidingsadvies nodig?

Vul de opleidingen keuze scan in en wij helpen je verder.

DOE DE KEUZE SCAN

AANGESLOTEN BIJ


EFAA
Missie & visie

Samen bijdragen aan de stop van de toename van overgewicht.

Stop overgewicht MEER INFO

Leefstijlclub
Trainers Netwerk

Gratis inspiratie netwerk voor trainers met passie voor het vak

Trainers netwerk MEER INFO

Leefstijlclub
Lidmaatschappen

Word een leefstijl kenniscentrum van jouw regio!

Nieuwe Gezondheid MEER INFO