10-05-2021
Primaire preventie zijn maatregelen die er op gericht zijn ziekten te voorkomen. In Nederland is VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) hier beleidsverantwoordelijk voor. Wat door VWS goed geregeld is, is gezondheidsbescherming (maatregelen zonder betrokkenheid van burgers) en ziektepreventie, en dan met name op gebied van inenting, vaccinatie en het vroeg opsporen van ziekte (secundaire preventie). De uitvoerende verantwoordelijkheid van preventie is grotendeels vanuit VWS bij zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten neergelegd. Omdat de kosten/baten, ofwel effectiviteit en doelmatigheid vaak niet optimaal inzichtelijk zijn, zijn zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten over het algemeen terughoudend met investeringen in preventie buiten de wettelijke verplichtingen. Tevens is preventie nog een vaag gebied, in hoeverre moet preventie bijvoorbeeld ingericht worden om alle ziekten te voorkomen op korte en lange termijn? Het lijkt er momenteel meer op dat preventie ervoor moet zorgen dat voorkomen moet worden dat mensen zorg nodig hebben in de plaats van dat het een voorkomen moet worden dat men ziek wordt, laat staan dat de gezondheid van mensen wordt bevorderd. De vraag is, volstaat de focus op ‘preventie’ en hoe we dat ingericht hebben in Nederland wel om de te verwachten ziekte(kosten)ramp van de komende decennia te voorkomen?
Gezondheidsbevordering akkoord!
Misschien is het wel noodzakelijk om naast een Nationaal Preventieakkoord, ook een Nationaal Gezondheidsbevordering akkoord te realiseren. In het preventie akkoord werken we toe naar het verminderen van de risico’s op ziekten en aandoeningen, in het Gezondheidsbevordering akkoord moet het dan uitsluitend gaan over gezondheid bevorderende activiteiten. In het Preventieakkoord vinden we nu de GLI als interventie, waarin mensen met obesitas begeleid worden om af te vallen. Dit is überhaupt al een vreemde gang van zake eigenlijk, want obesitas behandelen is curatieve zorg, waarom staat dat in een preventieakkoord? Maar effin, het preventieakkoord richt zich dus om het terugdringen van ziekten, maar er is ook in opgenomen dan voor 2040 26% meer mensen de Gezondheidsraad beweegrichtlijn behalen. Het activiteitenplan om dat voor elkaar te krijgen, dat is het gezondheidsbevorderende onderdeel, maar laat daar nou niks voor opgenomen zijn in het preventieakkoord. Misschien is het duidelijker voor de beleidsmakers om preventie en gezondheidsbevordering afzonderlijk in te richten, met elk een afzonderlijk budget.
Fitness motivator switch!
Vertalen we dit naar de fitness, dan is daar wellicht ook een focus switch nodig. We helpen mensen graag hun doelen bereiken met sport en fitness. We doen een doelen analyse, stellen een specifiek plan voor onze klanten op, doen een nul meting en volgen de meting elke 6 of 12 weken op. Die focus op het doel is een korte termijn motivator die drie kanten op kan. 1. Men behaald de doelstelling na verloop van tijd, 2. Men heeft de beleving dat het allemaal te lang duurt en 3. Men behaald de doelstelling niet. In alle drie de gevallen is het risico aanwezig dat mensen afhaken. Er is echter bijna altijd, bewust of onbewust, een onderliggend doel aanwezig bij de sporter, het doel van gezonder leven, gezonder ouder worden. Misschien is het nu de tijd om dat doel meer naar voren te halen. Zijn wij alleen nog maar fitness of zijn wij een gezondheid bevorderende sector. Zetten we gezondheidsbevordering voorop, dan betekend dat wellicht een andere focus in de aanpak. Misschien doen we dan aanvullend op de fysieke test, ook een leefstijl analyse. Misschien geven we naast de groepslessen, ook structureel gezond leven cursussen. Alleen al de vraag, ‘hoe zou een sport- en gezondheidsbevordering centrum er over 10 jaar uitzien’ is al interessant om over te brainstormen.
In Den Haag om van preventie naar gezondheidsbevordering en in de fitnesssector van fitness doelen naar gezonder leven! Gaan we die doelen van het Preventieakkoord dan toch bereiken in 2040?
John van Heel
EFAA opleidingen
Je bent hier:
Over ons