Fitnessbranche werkt voor het eerst mee aan 'beweegdoelen' van VWS

23-06-2008

door: Bart van Duijn en Roel Mazure

Het NISB gaat samenwerken met de fitnessbranche om inactieve Nederlanders meer in beweging te krijgen. Het is voor het eerst dat commerciële beweegaanbieders zo nadrukkelijk worden betrokken bij acties om sport en bewegen te stimuleren.

In opdracht van VWS is het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) al enige tijd bezig met de meerjarige campagne 30 minuten bewegen. Deze campagne kent diverse componenten gericht op verschillende doelgroepen. Tijdens de Wellness Conventie 2008 op Papendal maakte Clémence Ross - directeur van het NISB - en projectleider Karel Determan bekend dat eind dit jaar een nieuw aspect aan de campagne wordt toegevoegd: de fitnessbranche. “We beseften dat ook de fitnessbranche een belangrijke partner is bij het tegengaan van de bewegingsarmoede in Nederland”, aldus Clémence Ross. “Naar ons idee kunnen maatschappelijke doelen prima worden verenigd met ondernemersdoelen.”

Toch is dat een belangrijke vernieuwing binnen deze overheidscampagne: voor het eerst werken commerciële beweegaanbieders mee om doelen van VWS te bereiken. Projectleider Determan bevestigt dit, maar wijst erop dat ook in andere sectoren publiek/private-samenwerkingen meer en meer voorkomen. “Voor ons is belangrijk dat de verspreiding van fitnesscentra groot is, dat het om laagdrempelige faciliteiten gaat met een heel divers aanbod en begeleid door opgeleid kader.”

Werving fitnesscentra begint spoedigFitnesscentra die meewillen doen aan de campagne, gaan inactieve Nederlanders verleiden met een programma van vier weken. Gedurende die tijd gaan deelnemers tweemaal per week in het fitnesscentrum met professionele begeleiding sporten. Bovendien krijgen zij de zogenaamde Startfitkit, een pakket met leefstijladviezen die deelnemers moet aansporen om ook buiten het fitnesscentrum mee te bewegen.

Het programma dat de deelnemende fitnesscentra aanbieden, hangt af van het centrum zelf. “Wel gaan alle deelnemende fitnesscentra daarvoor dezelfde prijs vragen”, legt Determan uit. Voor potentiële deelnemers wordt het dus interessant om te shoppen naar het meest interessante programma in de eigen regio. Voor de fitnesscentra zelf is het de uitdaging om een aantrekkelijk programma samen te stellen en daarmee klanten te werven. “We gaan ten behoeve van deze campagne een website lanceren, waarop alle fitnesscentra die meedoen hun programma publiceren.”

Determan hoopt dat uiteindelijk vierhonderd van de tweeduizend Nederlandse fitnesscentra mee gaan doen. De fitnesscampagne wordt gehouden in oktober en november van dit jaar. De komende maanden gaan Determan en zijn collega’s hiervoor fitnesscentra werven. “Over twee weken versturen we de eerste mailing en krijgen de fitnesscentra informatie over de voorwaarden voor deelname.” Aan die deelname zijn voor de fitnesscentra wel kosten verbonden. Daar staat tegenover dat het campagneteam in de periode tot oktober via landelijke media inactieve Nederlanders gaat aansporen om zich bij fitnessclubs te melden. Bovendien wil het NISB regionale acties organiseren in de buurt van deelnemende fitnesscentra.

De campagne wordt ondersteund door ketens van sportinstituten, brancheorganisaties en leveranciers van fitnessapparatuur, waaronder Fit!Vak, EFAA, VES (Vereniging Exclusieve Sportcentra) en FGHS (vereniging voor Fabrikanten, Groothandelaren in Sportartikelen).